- Voor sommige aandelen betalen beleggers een veel hogere prijs vergeleken met de boekwaarde van de onderneming, dan voor andere.
- Hoe bepaal je als belegger wat een redelijke waardering is?
- Beursexpert Hendrik Oude Nijhuis legt uit hoe hij hiermee omgaat.
ANALYSE – Regelmatig krijg ik vragen over de ogenschijnlijk hoge waarderingen die ik bereid ben voor sommige aandelen te betalen, van vaak meerdere keren de boekwaarde. Dat heeft uiteraard te maken met de inschatting over de ontwikkeling van de winstgevendheid van een bedrijf. Maar hoe ga je daar als belegger mee om?
Stel, een kennis is van plan een bedrijf te beginnen en heeft hiervoor 100.000 euro op een bedrijfsrekening gezet. Het bijzondere: de kennis heeft nog geen idee wat voor soort bedrijf te beginnen. Hoeveel zou je bereid zijn te betalen voor een belang van zeg 20 procent?
Zonder op allerlei details in te gaan zou volgens mij maximaal 20.000 euro betaald mogen worden, oftewel de boekwaarde. Blijft een bedrijfsidee uit dan kan het bedrijf opgeheven worden en heb je tenminste je geld terug.
Zou voor het belang van 20 procent fors minder dan 20.000 procent betaald hoeven worden, dan sluit je waarschijnlijk een heel goede deal. Maar helaas, dergelijke koopjes zijn er op de beurs tegenwoordig niet meer te vinden.
Beleggen in een goedlopende koffiezaak
Stel, je zag van de investering af en na een jaar verneem je dat de kennis inmiddels een goedlopende koffiezaak is begonnen. De 100.000 euro die op de bedrijfsrekening stond is in koffieapparaten, tafels en stoelen geïnvesteerd en levert nu jaarlijks een nettowinst op van 20.000 euro.
De kennis vraagt opnieuw of je interesse hebt in een belang van 20 procent. Hoeveel zou je daarvoor bereid zijn te betalen (veronderstel gemakshalve een discontovoet van 10 procent)?
Ik zou - in ieder geval in theorie - bereid zijn om maximaal 40.000 euro te betalen, waarmee het hele bedrijf dan op 200.000 euro gewaardeerd zou worden. Dat is het dubbele van de boekwaarde, maar dat is goed beschouwd logisch omdat eveneens de rentabiliteit het dubbele van de discontovoet bedraagt.
Groei rechtvaardigt hogere premie van een aandeel vergeleken met de boekwaarde
Voor veel beleggingen die ikzelf in portefeuille heb, betaal ik niet een of twee keer de boekwaarde maar dikwijls meer. Dat zit als volgt.
Stel dat de kennis veel mogelijkheden ziet om naast de bestaande vestiging veel nieuwe koffievestigingen te openen. Ervan uitgaande dat die ook een rentabiliteit van 20 procent kennen, ligt de theoretische (of intrinsieke) waarde van het bedrijf fors hoger dan twee keer de boekwaarde. Wie aandelen van het bedrijf weet te bemachtigen tegen zeg twee keer de boekwaarde doet vermoedelijk een heel goede koop.
De clou is uiteraard om (subjectief) te bepalen of het idee van de kennis daadwerkelijk fantastisch is, of dat hij een fantast. Of iets ertussen in. De prijs die je in theorie voor een belang in zijn goedlopende koffiezaak zou mogen betalen, verschilt uiteraard afhankelijk van de toekomstscenario's enorm. Voor het beleggen in aandelen gaat hetzelfde verhaal op.
Koffieketen Starbucks - waarin ik zelf eerder een positie had - telt inmiddels meer dan 32.000 vestigingen in 80 landen en voor dit aandeel zijn beleggers momenteel bereid zo'n 6,5 keer de boekwaarde te betalen. Dat is volgens mij gezien het succesconcept nog steeds niet te fors, maar een koopje is het evenmin.
Hendrik Oude Nijhuis is medeoprichter van beleggingsfonds ValueMachinesFund en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar.